Samen met mijn caminomaatje zet ik onze vriend uit Alaska af bij de bushalte voor de bus terug naar Madrid. Er staat hem een lange en moeilijke reis te wachten.
Het is een prachtige ochtend, de opkomende zon schijnt op de rode rotswand achter het stadje Najera.
Voor mij betekent de opkomende zon het begin van een nieuwe dag op de camino.
Voor hem is het een afscheid van de Spaanse zon. Een laatste knuffel. Mooie woorden.
En dan scheiden onze wegen weer.
Maar ook dat is de camino, iedereen bewandelt zijn eigen pad.
Ik loop langzaam terug naar Najera en vind al snel de bordjes richting de camino.
Het pad loopt stijl omhoog en ik passeer bijzondere rode rotswanden.
Ik probeer de natuur in me op te nemen, terwijl alle soorten gedachten en emoties door me heen gaan. In mijn hoofd is het een chaos.
Vandaag lijk ik het hele pad voor mezelf te hebben en ik ben blij met de leegte om me heen.
Al lopend zie ik het landschap langzaam veranderen. Ik loop langs wijngaarden en daarna wordt de omgeving steeds kaler.
Ik probeer mijn voeten met aandacht neer te zetten, mijn blik soms gericht op de rode paden, dan weer op de natuur om me heen. Met elke stap keert een stukje rust terug en worden mijn gedachten kalmer.
Dan zie ik een kilometerpaal en mijn hart maakt een klein dansje. Nog 581 km naar Santiago! Wat betekent dat ik er al ruim 200 km op heb zitten! Ik voel me trots.
Mijn voetstappen versnellen, mijn pas wordt krachtiger en ik heb weer zin om te zingen.
Mijn eigen caminolied.
- Dag 13: deel I Najéra – Santo Domingo de la Calzada, 21 km